De oprichting van de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek bleek noodzakelijk gezien België zich, wat de problematiek van suïcidaal gedrag betreft, in een ongunstige situatie bevindt. In vergelijking met de omringende landen is de incidentie van suïcidaal gedrag hoog.
Zo toont bijvoorbeeld een epidemiologisch overzicht dat het voorkomen van suïcide bij Belgische vrouwen binnen de middelste leeftijdscategorie binnen de top drie van de wereld zit. In bepaalde leeftijdscategorieën is zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak. Bovendien stelt men een steeds toenemend zelfmoordcijfer bij jonge mannen vast. Iedere dag plegen in België ongeveer zeven mensen zelfmoord. Het totaal aantal zelfmoordpogingen per jaar wordt geschat op minstens 70.000.
Er hangen nog heel wat mythes rond het gebeuren van zelfmoord. Zo geloven nog heel wat mensen dat zelfmoord een plotse gebeurtenis is, zonder enige signalen vooraf. Tevens gaat men er nog vaak van uit dat de kans op zelfmoord klein is bij mensen die erover praten.
Dergelijke mythes doen de kansen op preventie sterk afnemen. De grote meerderheid van suïcides gebeurt niet zonder waarschuwingssignalen vooraf, en kan gezien worden als de laatste stap in een suïcidaal proces dat begint met suïcidegedachten en het communiceren van deze gedachten, vervolgens evolueert naar zelfmoordpogingen, en tenslotte eindigt in zelfmoord. Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat de meerderheid van de mensen die zelfmoord plegen, hun plannen hebben meegedeeld of hulp hebben gezocht bij, bijvoorbeeld, hun huisarts.
Dergelijke onderzoeksgegevens geven aan dat zelfmoord voorkomen kan worden en dat zelfmoordpreventie nuttig is.