A A A

ONDERZOEKSPROJECTEN

NEUROBIOLOGISCH ONDERZOEK

Bijdrage van SPECT in de studie van de pathogenese van impulsief agressief gedrag.

Biologisch onderzoek leidde tot de hypothese dat een cerebrale serotonine-afwijking geassocieerd is met agressief gedrag, hetzij gericht naar zichzelf, hetzij gericht naar anderen. In deze studie worden in een groep patiënten die impulsief agressief gedrag stellen onder vorm van suïcidaal gedrag, ander zelfbeschadigend gedrag of agressief gedrag naar anderen, associaties tussen het gestelde gedrag enerzijds en psychiatrische factoren, persoonlijkheidskenmerken, neuropsychologische factoren en het functioneren van de hersenen anderzijds, onderzocht. Met behulp van SPECT wordt enerzijds de perfusie, anderzijds de mate van verbinding van serotonine op zijn receptoren in de prefrontale hersenschors, onderzocht. Tevens wordt de invloed van een serotonerge medicamenteuze ondersteuning nagegaan.

Studie van de psychobiologie van suïcidaal gedrag.

Recente onderzoeksbevindingen tonen aan dat suïcidaal gedrag geassocieerd is met de aanwezigheid van persoonlijkheidskenmerken die hypothetisch gezien biochemisch gedetermineerd zijn. In deze studie wordt geprobeerd dergelijke persoonlijkheidskenmerken (waaronder temperament en karakter) en hun relatie met biologische maten (waaronder het serotonine-, dopamine- en noradrenalinemetabolisme) te identificeren. Indien een associatie tussen deze kenmerken en suïcidaal gedrag aangetoond kan worden, dan kan dit resulteren in een nieuwe benadering van behandelen om zo herhaling van suïcidaal gedrag te voorkomen. Dergelijke nieuwe benaderingen zijn dringend nodig, gezien de nu beschikbare strategieën ineffectief blijken te zijn.

Zelfmoord onder jongeren in Vlaanderen.

Een gevallen-controle onderzoek naar psychiatrische , psychosociale en persoonlijkheidsgebonden risicofactoren volgens de psychologische autopsie methode.

Uit buitenlands onderzoek aan de hand van de methode van psychologische autopsie bij jongeren blijkt een associatie te bestaan tussen zelfmoord en het bestaan van depressieve toestandsbeelden, al dan niet in combinatie met andere psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie en alcoholisme.

Dit onderzoek spitst zich toe op alle zelfmoorden die in Vlaanderen plaatsvinden bij personen tussen 15 en 19 jaar oud. Aan de hand van interviews met familie en bekenden of vrienden, huisartsen en andere vroegere hulpverleners wordt informatie verzameld betreffende de omstandigheden van het overlijden om de redenen en motieven voor de zelfmoord te begrijpen. Voor elk zelfmoordgeval worden twee 'controls' voorzien waarbij het psychologische autopsie onderzoek op identieke manier gebeurt.

Youth Unemployment and Social Exclusion: Dimensions, Subjective Experiences and Institutional Responses in six EU countries (Yuseder).

Doel van het project is empirisch onderzoek naar de oorzaken en basismechanismen van sociale uitsluiting van jonge werklozen in zes verschillende lidstaten van de Europese Unie (België, Italië, Duitsland, Griekenland, Spanje en Zweden). Om de verschillende facetten van dit probleem te bestuderen werd een interdisciplinair team samengesteld van experten uit de psychologie, psychiatrie, volksgezondheid en sociologie.

Naast het algemeen referentiekader, wordt er vanuit de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek specifieke aandacht besteed aan de link tussen werkloosheid en suïcidaal gedrag.

Studie over de bijdrage van 'functional brain imaging' van het centraal zenuwstelsel door middel van SPECT tot het begrijpen van het functioneren van de hersenen bij zelfmoordpogers.

Er zijn recent nieuwe technologieën ontwikkeld voor de 'in vivo' studie van het functioneren van de hersenen. Aan de hand van SPECT (Single Photon Emission Computerized Tomography) kan het functioneren van neurochemische systemen in de hersenen zichtbaar worden gemaakt door de injectie van een radioactief gelabeld radioligand. In samenwerking met Prof. Dr. R. Dierickx, Vakgroep Nucleaire Geneeskunde, Universitair Ziekenhuis Gent.

Gecontroleerde cross-sectionele studie van suïcidale gedachten, impulsen, en gedrag onder homosexuele adolescenten.

Anekdotische verslagen tonen een substantieel toegenomen risico op suïcidaal gedrag aan onder homosexuele adolescenten. Het doel van deze studie is het onderzoeken van suïcidale gedachten, impulsen, en gedrag onder homosexuele adolescenten door ze te vergelijken met heterosexuele adolescenten. Deze studie loopt in samenwerking met de Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent (Prof. Dr. J. Vincke).

Vlaamse normatieve data voor persoonlijkheid aan de hand van de Temperament and Character Inventory.

In deze studie worden normatieve data voor de Vlaamse bevolking verzameld voor de Temperament and Character Inventory (TCI). De TCI is een zelf-rapportage vragenlijst gebaseerd op het psychobiologisch model van Cloninger, waarbij zowel normale als abnormale gedragspatronen gemeten worden. De TCI bestaat uit vier temperamentschalen en drie karakterschalen.

Vijfjaars follow-up studie van zelfmoordpogers

De bedoeling van deze studie is het bepalen van de risicofactoren voor de herhaling van suïcidaal gedrag door de karakteristieken na te gaan gedurende een follow-up periode van vijf jaar. Een groep van 500 zelfmoordpogers wordt vijf jaar na hun poging opgezocht om aantal en kenmerken van repetitief suïcidaal gedrag in kaart te brengen. Ook wordt het effect onderzocht van psychiatrische en psychologische interventies op het voorkomen van herhaling van suïcidaal gedrag.