In Vlaanderen overlijden jaarlijks ongeveer 1100 personen door zelfdoding. Voorzichtige schattingen geven aan dat bij iedere zelfdoding 6 tot 10 personen achterblijven als nabestaanden waardoor kan geconcludeerd worden dat er jaarlijks 6600 tot 11000 nabestaanden na zelfdoding bijkomen in Vlaanderen.
Confrontatie met plots overlijden zorgt voor sterke emotionele reacties en kan zelfs aanleiding geven tot gezondheidsproblemen. Studies hebben het verband aangetoond tussen rouw na zelfdoding en het ontstaan van depressieve symptomen, angststoornissen en gezondheidsproblemen zoals een toename van schadelijke gezondheidsgedrag, een gestoorde of verzwakte immuniteitsfunctie, slaapproblemen en eetproblemen.
Dergelijke onderzoeksbevindingen geven aan dat de opvang van en hulpverlening aan nabestaanden een belangrijk aspect vormen in de preventie van zelfdoding, depressie en andere psychosociale complicaties.
Tijdens deze studie werd de effectiviteit van een cognitief-gedragstherapeutische interventie nagegaan bijnabestaanden na zelfdoding in Vlaanderen. Door middel van een gerandomiseerde controlestudie werd het effect nagegaan van deze interventiestrategie in de periode van 6 tot 18 maanden na het overlijden.